05-04-2018

Wet maatschappelijke ondersteuning uitgelegd

Sinds 2015 zijn er vier nieuwe wetten:

  1. De Wet langdurige zorg (Wlz)
  2. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
  3. De Participatiewet
  4. De Jeugdwet

Hieronder een eenvoudige uitleg over de Wet maatschappelijke ondersteuning.

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat je zelfstandig kunt blijven wonen. Dat je gewoon mee kunt doen in de maatschappij en dat je de hulp en ondersteuning krijgt die je nodig hebt. De Wmo is voor mensen vanaf 18 jaar.

Heb je door je beperking ondersteuning nodig om thuis te kunnen blijven wonen? Dan kun je met je ondersteuningsvraag naar de gemeente. Vaak is dit het Wmo-loket of de ‘sociale wijkteams’ of ‘kernteams’.

Heb je het gesprek met de gemeente? Dan kun je altijd vragen of er een cliëntondersteuner bij kan zijn.

Het voorbeeld van Kees

Kees is 22 jaar en heeft een licht verstandelijke beperking. Hij heeft vroeger op een school voor moeilijk lerende kinderen (MLK) gezeten. Hij is gekeurd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) toen hij 18 jaar werd. Zij hebben gezegd dat Kees zou kunnen werken in een beschutte werkomgeving, de sociale werkplaats. Kees staat op de wachtlijst van de sociale werkplaats en doet vrijwilligerswerk in een kinderboerderij.

Kees huurt zijn eigen flatje. Hij krijgt drie keer per week bezoek van een begeleider van de zorgorganisatie. Zij helpt hem met de administratie, boodschappen doen, kijken of Kees wel goed voor zichzelf zorgt, op tijd zijn was doet. Ook helpt zij Kees bij lastige gesprekken. En ze vertelt hem dat hij zijn muziek niet te hard moet zetten omdat de buren anders klagen. Een huishoudelijke hulp van de Wmo komt twee keer in de week om zijn flat schoon te maken. Ook zij houdt een oogje in het zeil.

Kees gaat twee keer in de week bij zijn moeder eten. Af en toe gaat hij een weekend bij zijn zus logeren. Kees bezoekt één keer in de week het steunpunt van de instelling. Dan komen de andere mensen die begeleid wonen ook langs. Ze doen een spelletje of krijgen informatie. Laatst volgde Kees een cursus EHBO in het steunpunt. Als er een probleem is, kan Kees altijd even het steunpunt bellen. Zij geven advies of maken een afspraak om een keer extra langs te komen.

Woorden die bij de Wmo horen

  • Dagbesteding: zinvolle activiteiten die je overdag doet in plaats van werken of naar school gaan.
  • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): een wet die er voor zorgt dat je zo lang mogelijk zelfstandig kunt blijven wonen. De gemeente regelt zorg, ondersteuning en begeleiding.
  • Ambulante begeleiding: iemand die jou thuis of op je werk begeleiding geeft.
  • Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV): grote landelijke organisatie die mensen met een beperking helpt bij werk. Het UWV zorgt ook voor uitkeringen zoals de Wajong.
  • Wmo-loket: een plek bij de gemeente waar je terecht kunt met vragen over voorzieningen, hulp, ondersteuning en begeleiding.
  • Sociale wijkteams of kernteams: een groep mensen in de wijk die veel weten over mensen met een beperking en over wat er in de wijk gebeurt. Deze mensen kunnen je helpen als je vragen hebt over ondersteuning.
  • Mantelzorgers: familieleden of bekenden die jou ondersteunen.
  • Algemene voorzieningen: dit zijn voorzieningen die iedereen kan gebruiken. Bijvoorbeeld openbaar vervoer en buurthuizen.
  • Collectieve voorzieningen: dit zijn voorzieningen die je deelt met andere mensen met beperkingen. Bijvoorbeeld de regiotaxi.
  • Maatwerkvoorziening: een voorziening die speciaal voor jou wordt gemaakt of geregeld. Bijvoorbeeld begeleiding of een rolstoel.
  • Eigen bijdrage: dit is geld dat je zelf betaalt voor de ondersteuning of hulpmiddelen die je krijgt.
  • Centraal Administratiekantoor (CAK): een kantoor dat de eigen bijdrage voor mensen berekent en regelt.
  • Zorg in Natura (ZiN): alle zorg en ondersteuning die je in de instelling van de zorgaanbieder krijgt.
  • Persoonsgebonden budget (PGB): jijzelf en je ouders/verzorgers krijgen een bedrag aan geld, hiermee regelen jullie de mensen die jou zorg en ondersteuning geven. Jullie krijgen het geld niet zelf in handen. De Sociale Verzekeringsbank krijgt het geld en betaalt de rekeningen.
  • Beschikking: dit is een brief van de gemeente waarin staat welke ondersteuning en hulpmiddelen je krijgt en hoeveel uur.
  • Bezwaarschrift: een brief aan de gemeente waarin staat dat je het niet eens bent met het besluit van de gemeente.
  • Cliëntondersteuner: iemand die je helpt bij het gesprek met de gemeente. Bijvoorbeeld een familielid of iemand van MEE.
  • Medezeggenschap: meepraten en advies geven over onderwerpen die belangrijk zijn voor jou.
  • Indicatie: dit is een bewijs dat je recht hebt op bepaalde zorg en ondersteuning.
  • Wmo-raad: een groep mensen die meepraat over de plannen die de gemeente maakt over de Wmo.
  • Lokale belangenbehartigers: groepen mensen in de gemeente die opkomen voor de wensen van mensen met een beperking.
  • Logeren: een paar dagen op een andere plek wonen en slapen. Bijvoorbeeld bij familie of op een speciale logeerplek.
  • Respijtzorg: soms hebben familieleden of bekenden die jou ondersteunen (mantelzorgers) even tijd voor zichzelf nodig. Dan nemen andere mensen de zorg voor jou even van hen over. Dit noem je respijtzorg.